zondag 1 maart 2009

Aan de voorzitter van de Referendumcommissie
De heer Mr. Dr. D.A.A. Boersema
D.t.k.v. de Gedeputeerde van Staatkundige Structuur
Mevr. Z. Leito
Concordiastraat 24
Alhier


1 Maart 2009


Onderwerp: Informatie over de inhoud van het referendumonderwerp


Geachte heer Boersema,

Ik richt deze brief op deze wijze aan u omdat ik nog niet weet of het werkbureau van de referendumcommissie, welk als contactadres voor de burgers moet dienen, al opgericht is en indien dit al het geval is weet ik niet waar dit bureau bereikbaar is.
In het rapport van de referendumcommissie “Het Referendum van 2009 – over de staatkundige toekomst van Curaçao – “ d.d. 13 Februari 2009 wordt gesteld “dat de voorlichtingscampagne een essentiële voorwaarde voor het welslagen van het referendum vormt”. “Eén van de taken van de commissie is het zorgdragen voor een evenwichtige en onpartijdige voorlichting”. Het rapport stelt verder “dat de voorlichtingscampagne er toe bijdraagt dat de stemgerechtigde in staat is een weloverwogen, onafhankelijk oordeel te vormen over het onderwerp waarover hij/zij wordt gevraagd een keuze te maken”. “Van belang is in dit verband, dat er voldoende tijd beschikbaar is om alle geledingen van de bevolking de gelegenheid te geven zich over alle aspecten van de voorgelegde keuze te informeren en te beseffen welke gevolgen daarmee zijn verbonden voor de status van Curaçao en zijn bevolking”. “De burger wordt voorgelicht over alle belangrijke aspecten van het onderwerp en aangemoedigd om te participeren in de openbare discussie over het onderwerp”. Het instellingsbesluit van de commissie d.d. 21 januari 2009 meldt “dat de commissie onder meer als taakopdracht heeft de verzorging en organisatie van de voorlichting over de opties”. De voorlichtingscampagne zal moeten bereiken “dat de kiezer begrijpt wat de betekenis is van de opties waaruit hij/zij kan kiezen en wat de belangrijkste gevolgen zijn van het kiezen voor elk van deze opties”. Ook zal het moeten bereiken “dat de kiezer zijn eigen mening vormt en deze op de dag van het referendum uitspreekt door een geldige stem uit te brengen op de optie van zijn of haar voorkeur”.

De commissie heeft ervoor gekozen om geen complexe vraagstelling bestaande uit de verschillende elementen van het onderhandelingsresultaat van de Toetsings-Ronde Tafel Conferentie van 15 December 2008 aan de kiezers voor te leggen. De commissie stelt dat het onderhandelingsresultaat uitgaat van een samenhangend pakket van maatregelen en dat daar dan ook over gestemd zal moeten worden.
Uitgaande van dit laatste en het daaraan voorafgaande mogen de burgers verwachten dat zij door de commissie in voldoende mate inhoudelijk geïnformeerd worden over de diverse onderwerpen die deel uitmaken van dit samenhangend pakket van maatregelen. Alleen op deze wijze kan de burger, zoals de commissie nastreeft, participeren aan de openbare discussie en zich een mening vormen over hetgeen waarover gestemd zal gaan worden.

Mogen wij dan verwachten dat wij in ieder geval geïnformeerd zullen worden over de afspraken m.b.t.:
- het Statuut;
- het voorstel van de Rijkswet Openbare Ministeries van Curaçao en de andere eilanden;
- het voorstel van de Rijkswet Gemeenschappelijke Hof van Justitie en de adviesvraag aan de Raad van State van het Koninkrijk met betrekking tot de aanwijsbevoegdheid;
- het voorstel van de Rijkswet Politie van Curaçao;
- het voorstel van de Rijkswet Raad voor de Rechtshandhaving;
- het voorstel van de Rijkswet Financieel Toezicht en de adviesaanvraag aan de Raad van State van het Koninkrijk met betrekking tot de vormgeving van de beroepsprocedure bij de Raad van State en mogelijke varianten daarvan.

Mogen wij met betrekking tot de gezonde startpositie informatie verwachten over:
- het Besluit Tijdelijk Financieel Toezicht Nederlandse Antillen, Curaçao en Sint Maarten en dan met name over de afspraken over de schuldsanering aangaande Curaçao;
- het voorstel Consensus Rijkswet Financieel Toezicht;
- het advies dat Nederland heeft opgevraagd aan de Nederlandse Algemene Rekenkamer over de omvang van de schuldsanering.

Mogen wij ook informatie verwachten over de voorstellen voor de Staatsregeling en van de organieke wetten van het toekomstige Land Curaçao die getoetst zijn en, met inachtneming van de in de rapportage van de Voorbereidingscommissie Ronde Tafel Conferentie genoemde opmerkingen, aan de gestelde criteria voldoen. De genoemde opmerkingen zullen dan, neem ik aan, ook deel uitmaken van de informatieverstrekking.

Mogen wij verder ook informatie verwachten over hetgeen is afgesproken over de implementatiefase zoals bedoeld in de Slotverklaring van de Start-Ronde Tafel Conferentie en de implementatie zoals bedoeld in de Slotverklaring van het bestuurlijk overleg van 2 november 2006.

Tussen partijen is afgesproken dat:
- nader advies zal worden opgevraagd bij de Raad van State van het Koninkrijk over het voorstel Rijkswet Openbare Ministeries, het voorstel Rijkswet Gemeenschappelijk Hof van Justitie en het voorstel Rijkswet Financieel Toezicht wat betreft de beroepsprocedure;
- door Nederland advies over de omvang van de schuldsanering wordt opgevraagd bij de Nederlandse Algemene Rekenkamer;
- er nog een tweetal verordeningen, te weten de Comptabiliteitsverordening en de Landsverordening Financiering Politieke Partijen, door Curaçao moeten worden aangeboden aan de Toetsingscommissie.

Hoe gaat de referendumcommissie ermee om indien vóór het referendum geen resultaten bekend zijn van deze acties met als gevolg dat wij geen inhoudelijke informatie daaromtrent kunnen ontvangen? Zal dit, naar de mening van de commissie, eventueel consequenties kunnen hebben voor de voorlichtingscampagne en het referendum?

Tot slot wil ik de commissie de vraag voorleggen of de omstandigheid dat de eilandelijke overheid reeds gestart is met de uitvoering van een deel van het overeengekomen samenhangend pakket van maatregelen mogelijk van invloed kan zijn op het beoogde effect van de voorlichtingscampagne of op het stemgedrag van de kiezers.

In afwachting van uw reactie verblijf ik met de vriendelijke groeten


Etienne van der Horst

1 opmerking:

  1. Je kan je afvragen of, gezien de tijd die er is om tot het referendum te komen, het uberhaupt wel haalbaar is om een begrijpelijke uitleg te maken en voor te leggen aan de bevolking. Daarnaast is natuurlijk ook de vraag gerezen of de referendumvraag wel gehandhaafd kan blijven, nu een externe autoriteit op wetenschappelijk onderzoek, emeritus hoogleraar Jacques Billiet van de Belgische Koninklijke Universiteit van Leuven, zich over de vraagstelling gebogen heeft.

    BeantwoordenVerwijderen

U kunt hier reageren/Bo por reakshona aki