zaterdag 31 januari 2009

Kódigo di kondukta pa Bestuurscollege di Teritorio Insular di Kòrsou; un paso den bon direkshon

Ku introdukshon di un kódigo di kondukta pa Diputadonan, Sekretarionan i Gezaghebber, Bestuurscollege a hasi un paso den bon direkshon pa gana konfiansa bek di e siudadano. E rapòrt Konfiansa, ku a keda publiká na 1999, ta menshoná entre otro ku ta deseabel pa riba tèrmino kòrtiku bini ku un kódigo di kondukta. E rapòrt ta bisa tambe ku mester duna prioridat na promové, entre otro, integridat polítiko i di gobernashon. Sin integridat gobièrnu no ta disfrutá di konfiansa di siudadanonan. Nos ta 10 aña mas leu pero mihó lat ku nunka.
E filosofiá di e kódigo di kondukta presentá pa Bestuurscollege ta enserá ku e integridat di aktuashon di mandatarionan ta indiskutiblemente relatá na e siudadano su konfiansa den gobièrnu. “Ora integridat di mandatarionan ta na diskushon e konfiansa den i e legitimashon di gobernashon públiko por keda afektá. E konsekuensia di esaki ta ku mandatarionan kontinuamente mester ta konsiente ku nan ta traha pa e siudadano i ku na tur momento nan mester aktua na un manera ku ta digno pa e konfiansa di e siudadano”.

E stipulashonnan general di e kódigo di kondukta ta stipulá ku e kódigo ta disponibel pa públiko. Por haña e kódigo di kondukta aki riba e sait http://www.nos-ke-sa.blogspot.com/ den e kolumna “Links/Downloads”.
Banda di e stipulashonnan general di kondukta e kódigo ta inkluí tambe stipulasahonnan pa loke ta trata lealtat, rèspèt mutuo, trato, outoridat, toma di desishon, sinseridat, informashon/sekresía, konflikto di interes, tumamentu di regalo, intimidashon, chantahe i soborno, uso di fasilidatnan di gobièrnu, aktividatnan sekundario i aparishon públiko.

E rapòrt Konfiansa ta bisa ku e kòntròl riba kumplimentu ku e stipulashonnan di e kódigo di kondukta por keda poné den man di un órgano ku ta polítikamente independiente manera Kontrolaria General di Antia. Esaki ta parsemi un bon asuntu, mas a un ku artíkulo 32 insiso 1 di Landsverordening Algemene Rekenkamer 2002 (LARNA 2002) ta stipulá ku Kontrolaria General, sea riba su propio inisiativa òf riba petishon di Parlamento òf di un Konseho Insular, por investigá integridat di mandatarionan i ámtenarnan den ehersisio di nan tareanan i responsabilidatnan. No ta solamente Kontrolaria General mester ta enkargá ku kòntròl riba kumplimentu ku e stipulashonnan di e kódigo di kondukta; e siudadano tambe mester kontrolá si Diputadonan, Sekretarionan i Gezaghebber ta kumpli ku e kódigo di kondukta pasobra ta di e siudadano Gobièrnu ke rekobrá e konfiansa. Finalmente ta e gobernantenan mes mester koregí otro den kaso ku un di nan no ta kumpli ku e stipulashonnan di e kódigo di kondukta.

Ki dia nos por ferwagt un kódigo di kondukta pa Konseho Insular?


Etienne van der Horst
31 yanuari 2009

http://www.nos-ke-sa.blogspot.com/

Gedragscode voor het Bestuurscollege van het Eilandgebied Curaçao; een stap in de goede richting

Met de introductie van een gedragscode voor de Gedeputeerden, de Secretarissen en de Gezaghebber heeft het Bestuurscollege een stap in de goede richting gedaan om het vertrouwen van de burger te herwinnen. In het rapport Konfiansa dat in februari 1999 gepubliceerd werd is aangegeven dat het wenselijk wordt geacht dat op korte termijn een regeling inzake de gedragscode wordt getroffen. Het rapport stelt verder dat prioriteit moet worden gegeven aan de bevordering van onder meer politieke en bestuurlijke integriteit. Zonder integriteit geniet de overheid geen vertrouwen (konfiansa) van de burgers, aldus het rapport. We zijn nu weliswaar 10 jaar verder maar het is beter laat dan nooit.
De gehanteerde filosofie in de thans gepresenteerde gedragscode is dat integriteit in het handelen van bestuurders onbetwist is gekoppeld aan het vertrouwen van de burgers in de overheid. “Wanneer de integriteit van de bestuurders ter discussie staat, kan het vertrouwen in en de legitimiteit van het openbaar bestuur worden aangetast. Het gevolg daarvan is dat bestuurders continu bewust moeten zijn dat ze voor de burgers werken en dat ze te allen tijde dienen te handelen op een wijze die het vertrouwen van de burgers waardig is”.

De algemene bepalingen van de gedragscode stellen dat deze gedragscode openbaar is. Deze gedragscode is te vinden op de site http://www.nos-ke-sa.blogspot.com/ in de kolom “Links/Dowloads”.
Naast algemene gedragsregels bevat de gedragscode ook bepalingen t.a.v. trouw, wederzijds respect, bejegening, autoriteit, besluitvorming, oprechtheid, informatie/geheimhouding, belangenverstrengeling, aannemen van geschenken, intimidatie, chantage en omkoperij, gebruik van overheidsvoorzieningen, nevenactiviteiten en publieke verschijningen.

Het rapport Konfiansa stelt dat de controle op de naleving van de regeling omtrent de gedragscode in handen kan worden gesteld van een politiek onafhankelijk orgaan zoals de Algemene Rekenkamer. Dit lijkt mij een goede zaak te meer daar de Landsverordening Algemene Rekenkamer van de Nederlandse Antillen 2002 (LARNA 2002) in artikel 32 lid 1 stelt dat de Rekenkamer zowel op eigen initiatief als op verzoek van de Staten of een Eilandsraad onderzoek kan verrichten naar de bestuurlijke integriteit van politieke en ambtelijke functionarissen bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden. Het zal echter niet alleen de Rekenkamer moeten zijn die belast kan zijn met het toezicht op de naleving van de bepalingen van de gedragscode, ook de burger zal er op toe moeten zien dat de Gedeputeerden, de Secretarissen en de Gezaghebber zich houden aan de gedragscode. De overheid wil immers het vertrouwen van de burger weer herwinnen. Uiteindelijk zijn het de bestuurders zelf die elkaar erop moeten aanspreken als één van hen zich niet aan de gedragscode houdt.

Wanneer kunnen wij een gedragscode voor de Eilandsraad verwachten?


Etienne van der Horst
31 Januari 2009

http://www.nos-ke-sa.blogspot.com/

woensdag 21 januari 2009

Aan de Ombudsman van het Eilandgebied Curaçao
De heer Mr. F.P. Wiel
Concordiastraat 22
Alhier


21 Januari 2009

Onderwerp: Onpartijdigheid en objectiviteit
van
de referendumcommissie en haar leden



Geachte heer Wiel,

De afgelopen dagen is er een discussie ontstaan in de media over het al dan niet onpartijdig en objectief zijn van dhr. A. Konket die door het Bestuurscollege benoemd is tot voorzitter van de referendumcommissie.
Het is bekend dat de coalitie en oppositie continu met elkaar in discussie zijn over de toekomstige staatkundige structuur voor Curaçao en deze discussie is niet altijd even helder voor de samenleving. Een andere discussie erbij over het al dan niet onpartijdig en objectief zijn van de voorzitter van de referendumcommissie zal de situatie alleen maar minder helder maken. De samenleving heeft recht op een eenduidige objectieve informatiecampagne over het onderwerp dat tijdens het referendum ter stemming wordt gebracht en ruis daaromheen moet zo snel mogelijk worden aangepakt en geneutraliseerd. De burger moet in alle rust op basis van de verkregen informatie zijn balans opmaken en beslissen wat zijn standpunt zal zijn op de dag van het referendum en zijn stem kunnen uitbrengen.

Dhr. Konket is directeur van de Directie Bestuurlijke en Constitutionele Zaken van de centrale regering. Hij heeft in die hoedanigheid in een interview op TV (kanaal 8) zondag 18 januari j.l. in het programma “Minister di Finansa ta informá” gezegd dat in het staatkundige veranderingsproces naar zijn mening niet teruggegaan kan worden naar het beginpunt. Hij heeft hiermee een voorkeur uitgesproken. Of dit nu zijn persoonlijke of professionele voorkeur is laat ik hier in het midden. Vervolgens stelt hij naar aanleiding van kritiek op deze uitspraak van de zijde van een aantal oppositie partijen in een artikel in het Antilliaans Dagblad van 20 januari 2009 dat hij het er niet mee eens is dat hij zich niet objectief zou kunnen opstellen. Als ambtenaar is hij loyaal aan de regering zegt hij. Met name deze laatste uitspraak, tegen de achtergrond van zijn uitspraak in het eerdergenoemd programma “Minister di Finansa ta informá”, kan bij de burgers en politici aanleiding geven voor het plaatsen van vraagtekens bij zijn objectiviteit. De oppositie kan deze uitspraak aangrijpen om de discussie over het al dan niet onpartijdig en objectief zijn van dhr. Konket verder aan te wakkeren.
Dhr. Konket heeft hedenochtend in een interview in het programma “Promé Página” op TV11 gezegd dat hij loyaal is aan de opdracht die hij heeft aanvaardt als voorzitter van de referendumcommissie. Loyaal zijn aan de regering kan op gespannen voet zijn met loyaal zijn aan de opdracht m.b.t. de referendumcommissie. De regering kan namelijk in deze kwestie niet als onpartijdig en objectief beschouwd worden.

Ik denk dat mede vanwege de mogelijke schijn van een eventuele partijdigheid en subjectiviteit er Nederlandse gemeentelijke referendumverordeningen zijn waarin een bepaling is opgenomen dat de leden van een referendumcommissie geen deel mogen uitmaken van en niet werkzaam mogen zijn bij de gemeente of onder verantwoordelijkheid van de gemeente waar het referendum wordt gehouden. Het referendum heeft betrekking op het eiland Curaçao maar de centrale regering, onder wiens verantwoordelijklheid de Directie Bestuurlijke en Constitutionele Zaken valt, is ook een partner in de staatkundige herstructureringstraject van de Nederlandse Antillen. Als de lijn van de Nederlandse gemeentelijke wetgeving gevolgd wordt mogen personen in dienst van de centrale regering of in dienst van het eilandgebied Curaçao geen lid zijn van de referendumcommissie. Het Bestuurscollege heeft ervoor gekozen deze lijn niet te volgen en heeft hiermee een situatie gecreëerd waarbij naar mijn mening de referendumcommissie en/of haar afzonderlijke leden onderhevig zullen blijven aan verwijten van partijdigheid en subjectiviteit.

Ik verzoek u mij als burger te informeren of dhr. Konket gezien zijn uitspraken in de media zoals hierboven beschreven als onpartijdig en objectief kan worden beschouwd en of het Bestuurscollege voldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij het instellen van de referendumcommissie en deze commissie voldoende richtlijnen heeft meegegeven teneinde de onpartijdigheid en objectiviteit van deze commissie en/of haar afzonderlijke leden te waarborgen. In dit verband verzoek ik u ook of u kunt onderzoeken of er een mogelijkheid bestaat dat wij als burger bij een entiteit bezwaar kunnen aantekenen indien wij van mening zijn dat de referendumcommissie en/of haar afzonderlijke leden niet onpartijdig en objectief handelen.

Gezien het feit dat ik begrepen heb dat het Bestuurscollege verwacht dat de referendumcommissie eind van deze maand een rapport uitbrengt over de aanpak van het te houden referendum verzoek ik u of u een eventueel op te starten onderzoek zo spoedig mogelijk kunt laten aanvangen.

Hoogachtend,


Etienne van der Horst

zondag 11 januari 2009

Referèndem 2009; kon nos ta bai prepará nos mes i tokante kiko nos ta bai vota?

Bestuurscollege a primintí komunidat ku durante e promé mitar di aña 2009 lo tene un referèndem konsultativo tokante e akuerdonan ku a yega na dje durante e konferensha di mesa rondó di 15 di desèmber 2008 tokante futuro struktura estatal di Kòrsou. Na e momento aki no ta eksistí un lei na Kòrsou ku ta regulá tenementu di referèndem. Riba 3 di Òktober 2008 Bestuurscollege ta informá Konseho Insular den su karta di entrega di e konsepto di e Konstitushon pa Kòrsou ku un referèndem konsultativo semper ta posibel i no ta rekerí formalisashon. Esaki por krea e impreshon ku no tin mester di un lei pa tene un referèndem konsultativo.
Sinembargo na Hulanda tin diferente munisipio ku ta disponé di un tipo di lei asina. Un lei asina ta regulá asuntunan komo entre otro e pregunta ku ta na voto, e organisashon i informashon, e komishon di referèndem i e resultado di e referèndem.

Lei Hulandes ta kontené e definishon di referèndem ku ta bisa ku esaki ta un votashon di pueblo den kual esnan ku tin derecho di vota tin mag di ekspresá nan mes tokante un desishon ku e Konseho di Munisipio (den nos situashon komparabel ku Konseho Insular) tin ku tuma. Na esnan ku tin derecho di vota e pregunta ta wòrdu hasi si nan ta na fabor òf kontra e desishon ku e Konseho tin intenshon di bai tuma. Den kaso ku e desishon ku ta wòrdu konsiderá ta konsistí di mas parti ta skohe un formulashon ku ta kubri tur parti. E Kolegio (di Burgemeester i Wethouders), den nos situashon komparabel ku Bestuurscollege, ta perkurá pa un bon organisashon di e referèndem i un suministro kuidadoso di informashon tokante e referèndem. Banda di atenshon pa e prosedura ku tin ku sigui ta duna atenshon tambe na formulashon di e pregunta pa asina e votadónan por tuma nota di dje promé ku nan bai vota. Den e suministrashon di informashon mester informá e votadónan tambe tokante e argumentunan pa vota na fabor òf kontra e desishon ku Konseho di Munisipio tin intenshon di bai tuma.

Lei Hulandes ta regla tambe instalashon di un komishon di referèndem di kual e miembronan no tin mag di forma parti di e munisipio ni tin mag di traha pa e munisipio òf kai bou di responsabilidat di e munisipio den kual ta tene e referèndem. Den nos kaso ta trata di Gobièrnu Insular di Kòrsou.
Por lo general e komishon tin komo tarea pa supervisá e transkurso di e prosedura di referèndem, konsehá Kolegio i/o Konseho riba petishon òf riba su mes inisiativa tokante aplikashon di e lei di referèndem i supervisá e ophetividat di e informashon di parti di e munisipio. E komishon tambe ta enkargá pa atendé ku kehonan tokante e dunamentu di informashon dor di e munisipio. E Konseho di Munisipio ta nombra e miembronan di e komishon riba un rekomendashon di e Kolegio di Munisipio. Ta importante ku e miembronan di e komishon ta eksperto riba e diferente terenonan ku ta relevante. Tin munisipio ku ta rekerí ku en todo kaso un eksperto riba tereno di komunikashon i un hurista riba tereno di derecho atministrativo òf riba tereno di derecho estatal mester ta miembro di e komishon. Aparte di esei ta importante tambe pa tin un miembro ku ta na haltura di òf tin eksperiensha ku organisashon gubernamental riba nivel di munisipio. Pues ta trata di un komishon di eksperto. Por keda sin sigui e konsehonan di e komishon solamente si tin argumentunan di peso. E argumentunan mester ta bon motivá. Na 2005 nos Konseho Insular, kontra di e proposishon di e komishon di referèndem, a disidí pa kambia e sekuensia di e opshonnan i a pone e opshon ku ta tin e preferensia di e koalishon komo opshon A, den e kaso aki Kòrsou outónomo den Reino. E motivashon di e argumentunan pa esaki no tabata muchu kla.

Lei di referèndem di vários munisipio Hulandes ta stipulá ku e resultado di un referèndem ta konta komo un ekspreshon di rechaso di e desishon ku e Konseho di Munisipio ta konsiderá na momentu ku mayoria di e votadónan a vota kontra e desishon ku ta konsiderá i ku e mayoria aki ta por lo ménos 30% di esnan ku tin derecho di vota. Esaki ta enserá ku si nos tuma por ehèmpel e kantidat di persona ku ta tin derecho di vota durante e referèndem di 2005 (114.500) un mayoria di por lo ménos di 34.350 persona mester vota kontra e desishon ku ta konsiderá pa tuma pa asina nos por papia di un rechaso. Den kaso di un referèndem konsultativo un Konseho di Munisipio por pone e resultado di e referèndem un banda i tuma un desishon ku no ta konforme e resultado. E argumentunan pa hasi esaki naturalmente mester ta bon motivá.

Den e aklarashon di e konsepto di Konstitushon di Kòrsou ku Bestuurscollege a ofresé Konseho Insular riba 3 di òktober 2008 tin menshoná ku e Konstitushon di Kòrsou ta tene mas tantu ku ta posibel kuenta ku uniformidat konstitushonal den Reino. E Konstitushonnan di Hulanda i Aruba a para komo modelo pa e Konstitushon di Kòrsou. Esaki ta nifiká e ora ei tambe ku nos tin mag di sali for di e punto di bista ku e leinan di referèndem konsultativo di munisipionan Hulandes lo ta modelo pa e manera ku aworó nos lo bai prepará nos referèndem 2009, dun’é kontenido i implement’é?


Etienne van der Horst
11 yanüari 2009

www.nos-ke-sa.blogspot.com

Referendum 2009; hoe gaan wij ons voorbereiden en waar gaan wij over stemmen?

Het Bestuurscollege heeft de samenleving toegezegd in het voorjaar van 2009 een consultatief c.q. raadplegend referendum te houden over de afspraken die tijdens de Ronde Tafel Conferentie van 15 december 2008 zijn gemaakt met betrekking tot de toekomstige staatkundige structuur voor Curacao. Er bestaat op dit moment geen wetgeving op Curacao die het houden van referenda regelt. Op 3 Oktober 2008 informeert het Bestuurscollege de Eilandsraad in haar aanbiedingsbrief van het concept van de Staatsregeling van Curacao dat een consultatief referendum altijd mogelijk is en niet geformaliseerd hoeft te worden. Hiermee kan de indruk worden gewekt dat er geen wetgeving noodzakelijk is voor het houden van een consultatief c.q. raadplegend referendum.
Er zijn echter tal van Nederlandse gemeenten die wel over wetgeving hiervoor beschikken. In deze wetgeving worden zaken geregeld zoals onder meer de vraagstelling, de organisatie en informatie, het hebben van een referendumcommissie en de uitslag.

De Nederlandse wetgeving bevat ook een definitie die doorgaans gehanteerd wordt voor het begrip referendum, namelijk een volkstemming waarbij de kiesgerechtigden zich uitspreken over een door de (Gemeente)Raad (in onze situatie te vergelijken met de Eilandsraad) te nemen besluit. Aan de kiesgerechtigden wordt de vraag gesteld of zij vóór dan wel tegen het voorgenomen raadsbesluit zijn. Indien een voorgenomen raadsbesluit uit meerder onderdelen bestaat, wordt een formulering gekozen die alle onderdelen bestrijkt. Het College (van Burgmeester en Wethouders), in onze situatie te vergelijken met het Bestuurscollege, zorgt voor een goede organisatie van en een zorgvuldige informatieverstrekking over het referendum. Bij deze informatie wordt naast aandacht voor de te volgen procedure ook aandacht geschonken aan de vraagstelling, zodat de kiezers die vraag vóór ze gaan stemmen al hebben kunnen lezen. Bij de informatieverstrekking zullen de kiezers ook geïnformeerd moeten worden over de argumenten om vóór dan wel tegen het voorgenomen raadsbesluit te stemmen.

De Nederlandse wetgeving regelt verder ook het instellen van een referendumcommissie waarvan de leden geen deel mogen uitmaken van en niet werkzaam mogen zijn bij de gemeente of onder verantwoordelijkheid van de gemeente waar het referendum gehouden wordt. In onze situatie is dat dus het Eilandgebied Curacao.
Doorgaans heeft de commissie als taak om toezicht te houden op het verloop van de referendumprocedure; gevraagd en ongevraagd te adviseren aan het College en/of aan de Raad over de toepassing van de verordening regelende het referendum; adviseren over de vraagstelling van het referendum en het houden van toezicht op de objectiviteit van de gemeentelijk voorlichting. Ook is de commissie belast met de afdoening van klachten over de gemeentelijke voorlichting. De (Gemeente)Raad benoemt de leden van de commissie gebaseerd op een aanbeveling van het College. Het is van belang dat de leden van de commissie deskundig zijn op de verschillende van belang zijnde gebieden. Er zijn gemeenten die stellen dat in ieder geval een communicatiedeskundige en een bestuursrecht of staatsrecht jurist lid dient te zijn van de commissie. Daarnaast is het van belang dat één lid van de commissie op de hoogte is c.q. ervaring heeft met een gemeentelijke organisatie. Er is dus sprake van een deskundigencommissie. De adviezen van de commissie kunnen alleen niet worden opgevolgd als daar zwaarwegende argumenten voor zijn. Die argumenten moeten dan goed gemotiveerd zijn. In 2005 heeft onze Eilandsraad, tegen het voorstel van de referendumcommissie in, besloten de volgorde van de opties te veranderen en optie A in te vullen met de optie waar de coalitie voorstander van was, namelijk een autonoom land binnen het Koninkrijk. De motivering van de argumenten hiervoor was niet erg helder.

Veder geeft de referendumwetgeving van verschillende Nederlandse gemeenten aan dat de uitslag van een referendum geldt als een uitspraak tot afwijzing van het voorgenomen raadsvoorstel, indien een meerderheid van de kiesgerechtigden zich tegen het voorgenomen raadsbesluit uitspreekt en deze meerderheid tenminste 30% omvat van degenene die gerechtigd waren aan het referendum deel te nemen. Dit houdt in dat als wij bijvoorbeeld uitgaan van het aantal kiesgerechtigden dat aan het referendum in 2005 heeft deelgenomen (114.500) een meerderheid met tenminste 34.350 kiesgerechtigden tegen het voorgenomen raadsbesluit zou moeten stemmen wil men van een afwijzing kunnen spreken. De (Gemeente)Raad kan bij een consultatief c.q. raadplegend referendum een meerderheidsbesluit van de kiesgerechtigden naast zich neerleggen en afwijkend beslissen. De argumenten hiervoor dienen uiteraard goed gemotiveerd te worden.

In de Memorie van Toelichting op het concept van de Staatsregeling die op 3 oktober 2008 door het Bestuurscollege aan de Eilandsraad werd aangeboden staat dat de Staatsregeling van Curacao zoveel mogelijk uitgaat van een constitutionele uniformiteit in het Koninkrijk. De Grondwet in Nederland en de Staatsregeling van Aruba hebben hiervoor model gestaan. Mogen wij er dan ook van uitgaan dat de referendumverordeningen zoals vele gemeenten in Nederland die kennen ook als model zullen staan voor de wijze waarop wij straks onze referendum 2009 gaan voorbereiden, er inhoud aan gaan geven en uitvoeren?


Etienne van der Horst
11 Januari 2009

www.nos-ke-sa.blogspot.com